Angkor Wat, de trots van Cambodja < Feb28

Angkor Wat, de trots van Cambodja...

Grootste religieuze bouwwerk ter wereld, eerste metropool in Zuid-Oost Azië, indrukwekkende tempels en adembenemende zonsop- en ondergangen, trots, ziel en symbool van Cambodja. Geen wonder dat ze de film Tombraider hier hebben opgenomen ;-). Onze persoonlijke top 5. Angkor is de belangrijkste archeologische site in Zuid-Oost Azië en stond al heel lang op ons verlanglijstje. Het hele gebied behelst zo’n 400 vierkante km en bevat magnifieke overblijfselen van het Khmer tijdperk. Als je het in zijn tijdsgeest ziet (9e – 15e eeuw) dan kan je niet anders dan vaststellen dat ze toen veel verder stonden dan wij. Groot, maar ook gewild. Het is dé topattractie hier en gezien de Chinezen tegenwoordig ook de hele wereld willen zien, kan je best goed op voorhand nadenken wat je wanneer wil zien. Tenzij je tussen de overvolle bussen Aziaten met fluo petjes wil zitten. Wij hebben er alleszins veel voor over om die legers fluo te vermijden en met behulp van de Lonely Planet en enkele travelblogs is dat – op een uitzondering na – goed gelukt. Vijf nachten verblijven we in Siem Reap, een leuk stadje dat dé uitvalsbasis is voor Angkor. Vandaaruit hebben we verschillende malen een tuk-tuk gehuurd voor een dag. Aanvankelijk dachten we nog dat de chauffeur ons wat tips zou geven, maar die mannen willen eigenlijk maar twee dingen: slapen in hun hangmat én zo snel mogelijk terug zijn (wellicht om terug te gaan slapen). Heel wat puzzelwerk, vijf zonsop- en ondergangen en meer dan 100 kilometers later, staan we versteld van hoe impressionant dit eigenlijk wel niet is. Onze top 5 met vooral heel wat foto’s: 1. ANGKOR WAT Uiteraard komt iedereen hier om de bekende tempel ‘Angkor Wat’ te zien. Een immens bouwwerk waarvoor 300 000 arbeiders en 6000 olifanten nodig waren en...

Khmer boksen, de nationale sport < Feb27

Khmer boksen, de nationale sport...

Thaiboksen kennen we allemaal, maar eigenlijk is Khmer boksen dé voorloper en bakermat van kick- en thaiboksen. Het betere duw- en trekwerk, oftewel de nationale sport van Cambodja. Wij hadden gelezen dat Cambodjanen zot zijn van deze sport en elke zondag zendt de TV-zender CNT wedstrijden live uit vanuit hun studio’s. Die zijn gratis te bekijken in Phnom Penh, de hoofdstad en het toeval wou dat we op een zondag arriveerden. Ooit bestond het Khmer koninkrijk uit Cambodja, Thailand, Laos en Vietnam en was er maar één belangrijke krijgskunst, nl. Khmer boksen. Dit én hun oorlogsolifanten zorgden ervoor dat er een gigantisch rijk kon worden uitgebouwd tussen de 9e en de 15e eeuw. Nadien is Cambodja uiteengevallen door allerlei oorlogen en in tegenstelling tot Thaiboksen is het internationaal (nog) niet doorgebroken. Toen de Fransen Cambodja binnenvielen in de 19e eeuw, vonden ze de sport te brutaal en te onbeschaafd. Ze introduceerden hierbij een boksring, handschoenen en vijf ronden van drie minuten en tot op de dag van vandaag bestaat het Khmer boksen op die manier. De boksers zelf leven niet bepaald in luxe. Meestal doen ze mee aan wedstrijden om hun familie te onderhouden. Beetje vreemd om te zien hoe ze geen kleedkamers hebben, maar zich aankleden op een bankje achter de tribune. Rijk zullen ze er ook niet van worden. Hoewel het nationale televisie is, verdient de gemiddelde bokser 15 tot 25 dollar met een (gewonnen) gevecht. Wellicht ook de reden waarom de clubs maar enkele exemplaren bokshandschoenen hebben die ze met elkaar delen. Aan elke wedstrijd gaat er een heel ritueel vooraf, zo bidt elke bokser in elk van de vier hoeken. Het gaat er heftig aan toe, maar tegelijkertijd ook hoffelijk. Vooral elleboog- en kniestoten zijn belangrijke wapens en meestal is het...

Indonesië: yes or no? < Feb20

Indonesië: yes or no?...

Indonesië is een fascinerend land, maar ook vol contrasten. Natuurlijk zijn er de adembenemende vulkaanlandschappen, de verlaten paradijselijke stranden en vind je spotgoedkope verse vruchtensappen op elke hoek van de straat. Maar de immer kraaiende hanen, blaffende honden, toeterende motors en zingende moskeeën ’s morgens vroeg moet je er dan wel bijnemen. Vier redenen waarom we wel én waarom we niet zouden terugkeren naar Indonesië. WAAROM NIET MEER TERUGKEREN?     LAWAAI: met stip op nummer één. Indonesië is geen land voor de ‘lichte slapers’. Het land zit vol met honden en hanen en die hebben het idee dat er geen verschil is tussen dag en nacht. Idem dito voor de duizenden moskeeën die het land rijk is. Vanaf 4u ’s morgens ontsnap je niet aan ‘het woord van Allah’. Tel daar nog de miljoenen brommers bij, uiteraard zonder geluidsdempers en je weet dat oordopjes het belangrijkste item wordt op je inpaklijst. VERKEER: gevaarlijk, inefficiënt en ongestructureerd. Voetgangers zijn onbestaande voor motors en autos, éénrichtingstraten zijn enkel een theoretisch concept, wandelpaden zitten vol met putten van meer dan een meter diep en verlichting is een luxegoed. Boten zijn nauwelijks zeewaardig, zitten overvol en kunnen op volle zee zomaar stilvallen (zeg dat we het weten). En een straat oversteken in Jakarta is enkel weggelegd voor diegenen die hun leven moe zijn. VERVUILING: misschien wel de grootste uitdaging van het land. Vuil wordt overal gewoon op straat en elders gesmeten. Als je op de bovenverdieping woont, smijt je het gewoon door je raam, het terras van de onderbuurman vangt het wel op. Op de ferries wordt al het vuil verzameld in grote plastieke zakken. Klinkt goed totdat je dan merkt dat die grote zakken gewoon in de zee worden gedropt. De rivieren in Jakarta lijken eerder...

Hanengevecht: onmenselijk, bloederig en toch religieus < Feb08

Hanengevecht: onmenselijk, bloederig en toch religieus...

Gokken is illegaal in Bali behalve als het religieus geïnspireerd is. En hanengevechten zijn volgens de Hinduïstische cultuur op Bali een zuiveringsritueel. Het bloed van de hanen zou de kwade geesten wegdrijven. Dat komt nu net goed uit voor heel wat Balinezen die dit niet alleen als ‘nationale hobby’ beschouwen, maar ook hun geld verdienen met dergelijke ‘religieuze’ activiteiten. Hanen worden van jongs af aan getraind om na een periode van 6 maanden tot 2 jaar klaar te zijn voor het ‘ultieme gevecht’. Hoe ze het doen, is een raadsel maar het zou iets te maken hebben met uithoudingsvermogen en kracht. Onder hanen van dezelfde soort is er een natuurlijke agressie,  hen laten vechten is dus een koud kunstje. Maar doorslaggevend om het strijdperk levend te verlaten, is de manier waarop de haan zijn ‘wapen’ gebruikt. Net voor het gevecht wordt er immers een groot, vlijmscherp scheermes (taji genaamd) gemonteerd aan de achterkant van de poot. Toevallig was er tijdens één van onze bezoeken aan het apenbos een hanengevecht aan de gang en hoe vreselijk ook, we konden onze menselijke nieuwsgierigheid niet onderdrukken. Toen we aankwamen, was het eerste gevecht net voorbij en het enige wat we nog te zien kregen waren twee hanen. Eén levende die totaal in shock was en één opengereten exemplaar. Volgens de Hindutraditie behoort de dode haan tot de winnaar die er meteen soep van maakt. We zagen hoe de verliezer meteen in een pot kokend water werd gestoken en vervolgens geplukt.  ‘The games must go on’ geldt ook voor hanengevechten en lang werd er niet gerouwd om de dode haan. Fascinerend om de chaos net voor een wedstrijd te observeren. Iedereen roept tegelijkertijd (naar het schijnt de kleur van de haan) en zet bedragen in tot 1000000 Rupiah...

Ubud & the Monkey Forest < Feb07

Ubud & the Monkey Forest...

Agressieve apen, bloedige hanengevechten en spectaculaire vuurdansen. Enkele van de vele redenen waarom we drie weken hebben vertoefd in Ubud, de artistieke en culturele hoofdstad van Bali. Tussen de groene rijstterrassen en ‘yoga-experimenterende’ hippies en yuppies. Na 5 maanden van ‘inpakken, uitpakken’ is het tijd om even wat gas terug te nemen. Het zal wellicht voor velen vreemd overkomen, maar reizen op zich is best vermoeiend. In het begin zoek je de avonturen en de vreemde gezelschappen spontaan op, maar na enkele maanden heb je even nood aan een vaste plek, wat routine en rust. En omdat we enkele weken geleden zo een leuke tijd hadden beleefd in Bali, beslissen we om ons een tijdje in Ubud te vestigen. Dat tijdje zijn uiteindelijk drie weken geworden… Ubud is de culturele en artistieke hoofdstad van Bali en door verschillende mensen omschreven als één van de topsteden in Azië. Gelegen tussen de rijstvelden en bekend vanwege de Julia Roberts film “Eat, pray, love”. We gaan jullie niet vervelen met de verhalen over hoeveel koffies en vruchtensapjes we gedronken hebben, noch over hoe fantastisch en goedkoop de massages hier waren. Eén ding willen we wel met jullie delen, nl. wat we gezien en beleefd hebben in de Monkey Forest, een stukje afgeschermd regenwoud waar 600 wilde langstaartmakaken zichzelf en toeristen entertainen. Zo fascinerend dat we vijf keer zijn teruggeweest, en dat wil wat zeggen voor iemand die zichzelf snel verveelt ;-). The Monkey Forest: fascinerend maar controversieel Omdat er geen honden zijn toegelaten en omdat een doorsnee toerist ongewapend is, hebben de apen geen natuurlijke vijanden en is er geen enkele angst t.o.v. mensen. Ubud is booming en dat betekent dat hier alle dagen bussen vol met (voornamelijk) Aziaten worden losgelaten in dit bos. Duidelijk is dat...