Wonen in een gertent

Mongolen zijn nomaden en dat betekent dat ze snel van de ene plaats naar de andere moeten kunnen trekken. Bijgevolg slapen ze in tenten, zogenaamde gertenten, traditionele vilten tenten, eenvoudig in elkaar gestoken. Alles speelt zich af in één ruimte die afwisselend dient als woonkamer, slaapkamer en/of keuken.  Kort filmpje om een indruk te geven:

In onze gertent is geen elektriciteit, noch water. De vraag waar het toilet was, krijgt als kort maar veelzeggend antwoord: “overal”. Wetende dat het op dit moment rond het vriespunt is (overdag) betekent dit dat er wellicht niet veel zal getreuzeld worden als ‘de handen moeten gewassen worden’. Het leven in en rond de gertenten doet wat terugdenken aan de verhalen van bij ons, maar dan van enkele generaties terug. Net zoals toen bij ons, wordt alles beheerst door de seizoenen. In de zomer worden koeienstronten gedroogd die dan in de wintermaanden dienen als verwarming en als energiebron om de maaltijden te prepareren. Het leven is hier hard én over de discriminatie van de vrouw wordt hier niet gediscussieerd. De vrouw zorgt voor de kinderen en als ze gekookt heeft, wacht ze met eten tot iedereen klaar is en alles is opgeruimd. Niet lang geleden hadden wij bij ons een vergelijkbaar rollenpatroon, nu al iets minder (zonder waarde-oordeel ;-)). Wat me fascineerde was hoe je in hemelsnaam een partner kan vinden als je zo afgelegen woont. Het antwoord van de gids: “heel simpel, op het zelfde moment dat er een jongen geboren wordt, wordt er ergens in de buurt (in één van de andere gertenten dus) een meisje geboren.” Fascinerend toch en vooral veel eenvoudiger ;-).

Dat de opvoeding van de kinderen hier heel wat losser is dan in het Westen, hoeft wellicht geen betoog. Veel pedagogische discussies zullen hier niet plaatsvinden, maar een kind van 3 weet perfect mee te helpen in het huishouden en op 8 jaar ben je een volleerd motorrijder. Dat is dan weer de andere kant van de medaille.

Voor het eten hoef je de verre verplaatsing naar de gertent in Mongolië niet te doen. Hoewel we af en toe ook wel lekkere dingen gegeten hebben, moesten we ons meestal tevreden stellen met gekookt vlees zonder groenten en fruit. We waren nog geen half uur ter plaatse en we mochten meteen mee aan tafel aanschuiven voor een eerste traditionele schotel, ‘Makh’, Mongools voor ‘vlees’. En vlees was het, de foto spreekt voor zich. Makh is een verzameling van allerlei soorten gekookt vlees van een geit. Niet het ‘filetvlees’ maar vooral ingewanden. Ik heb maar één keer gevraagd welk stuk ik aan het eten was. ‘Gestold bloed’ was het antwoord. Nadien heb ik niets meer gevraagd… . De gepaste drank bij deze “copieuze” maaltijd, is niet minder dan gefermenteerde paardenmelk. Een bijzonder zurig drankje dat ik als Geuzedrinker wel kon appreciëren. An had precies ooit al meer genoten van tafelen.

Mongoolse lunch...

Gelukkig was dit de minst aangename eetervaring. Leuker en lekkerder waren de buuz en kuushuur, gehakt én ajuin in dumplings of pannenkoeken.

Wat tenslotte ook nog opviel, is dat er geleefd werd tijdens daglicht. ’s Ochtends was dat geen probleem, maar gaan slapen om half acht s’ avonds, is toch nog iets anders. We waren allesbehalve moe, maar zonder elektriciteit en bij -13 graden resten er niet veel andere opties dan onder twee slaapzakken te kruipen. Nee, een ruraal Mongools leven is niet aan ons besteed, hoe mooi de landschappen ook mogen zijn…

Gertent